De Notre-Dame : grond vinden in de afgrond van een symbolische instorting /Notre-Dame : finding comm
Heel de wereld voelt zich verbonden rond de brand van de Notre-Dame. Het is, zo blijkt uit de reacties, alsof een deel van de mensheid is afgebrand. Dit vertelt meer over de rol van cultuur dan we op het eerste zicht vermoeden. Hoe ? Daarvoor moeten we deze brand aangrijpen als een middel om te staren in onze existentiële afgrond. Een afgrond die berust op het zelfbewust ervaren van ons bestaan als fundamenteel gespleten. Enerzijds zijn we symbolische wezens met een brein en zelfbewustzijn dat ons hoge toppen laat scheren qua denken, spreken, symboliseren,….. Anderzijds worden we elke dag hard geconfronteerd met de animale zijde van ons bestaan, verbonden aan ons lichaam als kern van onze kwetsbaarheid. We willen goden zijn, ons meten met de goden….maar zijn, met de woorden van antropoloog Ernest Becker, goden met anussen. In die gespletenheid of gebrokenheid wortelt het besef van onze kwetsbaarheid, ons doodsbesef.Het is een moeilijk uit te houden existentiële gespletenheid. We zijn opgedoken uit het niets, hebben een naam, zelfbewustzijn, diepe en innerlijke gevoelens, een diep verlangen naar leven en zelfexpressie en zijn met al dit….gedoemd om te sterven (Becker). Hoe die gespletenheid en dat doodsbesef uithouden ? Welke rol speelt cultuur en in het bijzonder de Notre-Dame hier ? Ernest Becker en de ‘terror management theory’ uit de sociale psychologie hanteren een visie op cultuur als de sluier waarmee we ons doodsbesef willen bedekken en verdringen. De alledaagse wereld vertelt en toont de mens dat hij een klein en bevend dier is dat voorbestemd is om te sterven. Cultuur is in deze visie de houvast die de mensheid in het leven roept om zijn handelen en optreden in de wereld betekenisvol te maken. Om duurzame sporen na te laten. Het geeft ons als mensheid het gevoel een wezenlijk element in het universum te zijn en zo enigszins de onsterfelijkheid binnen bereik te krijgen. In een dergelijk streven scheppen we verhalen, helden, symbolen die ‘larger than life’ zijn en hoop bieden op alleszins een symbolische onsterfelijkheid. In dit kader maken we ook van plaatsen ‘plekken’. We zonderen ze af, zoals de Notre-Dame, en geven ze een bijzondere symbolische beladenheid die de adem van de eeuwigheid voelbaar moet maken. Ze gaan een sacrale rol spelen in het geheel van dat culturele vangnet dat ons moet behoeden voor de existentiële afgrond. Maar wat als dat verlangen naar symbolische onsterfelijkheid via een sacrale ‘plek’ als de Notre- Dame ontmaskerd wordt als louter een verlangen naar betekenis waar de werkelijkheid zich niets van aantrekt ? Wat als de ‘plek’ van de Notre-Dame een plaats van instorting wordt waarin de afgrond zich opnieuw toont als onze grafgrond (doodsbesef) ? Het vuur in Parijs brandt een gat in de sluier die we symbolisch en collectief over ons doodsbesef leggen. Het gat van die afgrond heeft een shock-effect. Een shock als een tijdelijke halte….als het stoppen van de mensen in de Parijse straten, het laten vallen van hun opgaan in de alledaagsheid, allemaal starend naar ‘het onmogelijke’ dat zich aan de geesten aandient als ‘mogelijk’. Van de tijdelijkheid van die halte getuigt het zo snel mogelijk willen herstellen van de culturele sluier om opnieuw het doodsbesef en onze kwetsbaarheid toe te dekken. Vandaar dat nog tijdens de brand al sprake is van de wederopbouw, van het herstel van het gat in het culturele vangnet. Maar er is meer dan alleen verlamd aan de grond genageld staan en krampachtig vastklampen. Tegelijk gebeurt er namelijk iets heel bijzonder. In die afgrond die de brand van de Notre-Dame tijdelijk slaat in onze cultuur openbaart zich niet alleen de grafgrond van ons doodsbesef. Rond die afgrond onstaat ook nieuwe grond : een ‘sensus communis’ tussen allerlei mensen van diverse sociale en culturele pluimage over wat ons in onze kwetsbaarheid bindt. Samen
zingend, sommigen biddend…delend in onze nietigheid en pietluttigheid. Ook de instorting van cultuur verbindt. En misschien nog wel meer op die momenten dan op zijn momenten van grootsprakerige grandeur en idealen van onsterfelijkheid. Ze maakt in ieder geval plotsklaps meer budget vrij dan alle besparingsoperaties in de culturele sector van de laatste jaren.
The whole world feels united in the face of the fire that took place at Notre Dame. It is, according to the reactions, as if a part of humanity has burned down. This might just tell us more about culture than is to be expected at first glance. How? To get this we must use the fire as a way to stare into our existential abyss. An abyss founded on the self-conscious experience of human existence has fundamentally split or broken. On the one hand we are symbolic creatures with a brain and self-awareness…capable of thinking, speech, using symbols. On the other hand we are confronted every day with an animal side of our existence linked to our embodiment as a core of our own vulnerability. We want to be godly or godlike, to measure ourselves with the gods….but we are, in the words of anthropologist Ernest Becker, “gods with anuses”. This split existence is the origin of the awareness of our vulnerability; our death awareness. It is a difficult existential tension to bear. We surfaced from nothing, have a name, self-awareness, deep inner feelings, a deep craving for life and self expression, and with all this….yet to die (Ernest Becker).[i]
How can we stand this split existence and this death awareness ? What part does culture have to play in this theatre of life and in particular which is the part of the fire at Notre Dame ? In anthropology and social psychology Ernest Becker and the ‘terror management theory’ use a perspective on culture as a kind of veil to cover up our death awareness: a means to repress it.[ii] The everyday world tells us and shows us that we are tiny, trembling little creatures destined to die. In this perspective culture forms a sort of support- a grip that humanity creates to give meaning to the world and its actions in it- a way of making the world meaningful, of leaving lasting traces of existence. It gives humanity the comfort of being a fundamental element in the universe and therefore seems to bring immortality within reach. In this cultural striving we create narratives, heroes, and symbols that are considered to be ‘larger than life’; all elements that seem to deliver hope for at least symbolic immortality. From this point of view we also transform places into ‘spots’. Like Notre Dame, we separate them from ordinary places and charge them with a special symbolic meaning, thus delivering eternity within arm’s reach. These spots start to play a sacred part in the whole of the cultural safety net that has to safeguard us from our existential abyss.
But what if that striving for symbolic immortality through the cultivation of a sacred ‘spot’ like Notre Dame is thwarted by the unmasking of our desires for meaning as mere attempts to which reality is completely indifferent? What if the ‘spot’ of Notre Dame transforms into a place of collapse, showing the abyss of our death awareness ? The fire in Paris burns an abyssmal hole in the cultural veil we use to symbollicaly and collectively cover up our death awareness. The opening of this abyss has a sort of shock-effect. A shock as a temporary halting-place…..like people in Paris stopping dead in their tracks, letting go of being submerged in everyday life, gazing at ‘the impossible’ that’s presenting itself to their minds as ‘possible’. That the shock is only temporary becomes all the more clear through the almost immediate attempts to plug the hole in the cultural veil covering up yet again death awareness and vulnerability. Hence talk, even during the fire, of reconstruction… of the restoration of the hole in the cultural safety net. But there is more to it than just being paralyzed and clutching for a cultural grip. At the same time something special is happening. Not only death awareness shows its face in this abyssmal hole created temporarily in culture by the fire at Notre Dame. In this abyssmal experience we also discover common ground : a ‘sensus communis’ between a social and cultural diversity of people concerning what binds us in our shared vulnerability. Singing together in the face of a collapse of culture, some praying in the streets….sharing our nothingness, unpretentiousness and smallness. Also the collapse of culture can bring people together. And this might even be more the case than in its moments of grandeur and ideals of immortality. It’s a collapse that in this case is able to create more budget for culture than all the recent budget cuts in the cultural department together.